Asbest in de Brugse stadsgebouwen

Mijnheer de voorzitter, geachte college, beste collega’s,

De vraagstelling in verband met de aanwezigheid van asbest in onze gebouwen is een positieve vraag die betrekking heeft op de gezond- heid in het algemeen. In het bijzonder voor de werknemers van de stad en het OCMW Brugge, de bezoekers aan de kantoren, de dienstencentra en de bewoners van de Woon- en ZorgCentra…

Asbest op zich is niet gevaarlijk zolang er geen manipulatie plaats heeft, bijvoorbeeld door een gebeurtenis of manueel. Trillingen (door werken en verkeer) en bij brand en bij het boren in asbest, kunnen asbest doen barsten.

Het gevolg daarvan is dat er partikels van de asbestvezels vrij komen in de leef- en werkruimten. Die zetten zich op hun beurt vast in de longen en na verloop van tijd (zelfs na tien jaar) ‘asbestose’ veroor- zaken.

Een vreselijke kanker met als enige zekerheid een lange en pijnlijke lijdensweg met de dood tot gevolg.

De wetgever heeft destijds de verplichting opgelegd om voor alle gebouwen een ‘asbestinventaris’ op te maken en te bezitten, met daaraan gekoppeld – wanneer inderdaad asbest zou aanwezig zijn – een ‘beheersprogramma’. Zodoende is niet alleen de brandweer, in geval van brand op de hoogte van de aanwezigheid van asbest, maar ook de aannemer en zijn werklieden die er werken moeten uitvoeren. (K.B. van 16 maart 2006 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van asbest (B.S. 23/3/2006. Gewijzigd bij K.B. van 8 juni 2007 (B.S. 22/6/2007).

Kan de bevoegde schepen ons bevestigen dat het stadsbestuur, voor al de gebouwen die de stad in haar beheer heeft, voldaan heeft aan de hiervoor vermelde wettelijke en reglementaire bepalingen in verband met preventie tegen asbest?

Dank voor jullie aandacht.

Antwoord van de schepen

Voorzitter André Van Nieuwkerke. – Zijn er collega’s die aansluiten? Nee? Mevrouw
Decleer.
Schepen Hilde Decleer. – Mijnheer De Bondt. Hoe is de huidige situatie? Er zijn in totaal 514
stadsgebouwen of delen van gebouwen. Van die 514 stadsgebouwen zijn er 304 met
huisvesting van personeel. Een aantal van die gebouwen zijn gebouwd na 1998, en vanaf die
datum mocht bijna geen asbest meer gebruikt worden, of ze zijn van na 2005, waar gebruik
van asbest totaal verboden was. Het totaal aantal gebouwen waarvoor verplicht een
inventaris moet worden opgemaakt komt op 270, grote en kleine door elkaar. We beschikken
momenteel over een asbestinventaris van een 102 gebouwen. Er zijn nog twaalf sites in
opmaak wat op korte termijn zou neerkomen op bijkomende inventarisering van 31
gebouwen. Samen betekent dit 133 gebouwen op 270, of 49%.
Maar wat is onze planning? Voor de komende zes jaar is er telkens een budget voorzien om
bijkomende asbestinventarissen op te maken, zodat we in de toekomst zullen beschikken
over een volledige asbestinventaris van ons patrimonium. Wanneer er werken gepland zijn
aan gebouwen waarvoor er nog geen inventaris is opgemaakt, wordt er steeds, vooraleer met
de werken te starten, een inventaris opgemaakt. De dienst onderhoud stadgebouwen heeft
er mij van verzekerd dat er zich nergens gevaarlijke situaties voordoen. Bij reeds bestaande
inventarissen, waar er af en toe melding is van materialen die asbest bevatten, zijn er geen
meldingen waar asbest direct moet verwijderd worden. En vooraleer de stad inventarissen
liet opmaken door erkende deskundigen gebeurden bij het uitvoeren van werken steeds
labo-onderzoeken van materialen die mogelijks asbesthoudend waren. We beschikken dus
ook nog over de resultaten van de toen genomen staalnames, zodat we in feite over meer
gegevens beschikken dan de 65 asbestinventarissen.
De meeste situaties zijn van die aard dat, zolang er geen werken worden uitgevoerd, de
aanwezige materialen geen direct gevaar opleveren. Op lange termijn en bij werken moet de
asbest uiteraard verwijderd worden.
Voorzitter André Van Nieuwkerke. – Mijnheer De Bondt, akkoord?
Raadslid Hugo De Bondt. – Ja, dank u wel mijnheer de voorzitter.

Mijn conclusie: 

Hier geeft schepen mevr. Hilde Decleer grif toe dat zij niet in orde zijn met de wet. Er staat nog heel wat werk op stapel. Ik blijf dit van nabij opvolgen.