Tussenkomst bij agendapunt 9: Woondienst – sociaal woonbeleidsconvenant – goedkeuring

Schepen, mijn fractie zal dit agendapunt uiteraard goedkeuren, maar ik wil hier de aandacht vestigen op de toch wel grote leegstand van heel wat sociale woningen. Sommige niet alleen maanden, maar ook reeds jaren. Als voorbeeld onder vele: in de Berkenwijk op Sint-Pieters alleen al staan een vijftigtal woningen leeg. De wachttijden voor sociale huurwoningen lopen schrikbarend hoog op. Ik weet van iemand die reeds in 2007 is ingeschreven en nog steeds geen sociale huurwoning werd toegewezen. Het wordt dus hoog tijd dat er dringend iets gedaan wordt aan die leegstand.

Kan ik antwoord krijgen op de volgende vragen:

  • Wat is de reden van die massale en soms langdurige stilstand?
  • Wat is het aantal leegstaande sociale huurwoningen?
  • Welke stappen gaan jullie ondernemen om die leegstand terug te schroeven?
  • Hoe kan het toch dat geïnteresseerden tien jaar en langer moeten wachten om een sociale woning toegewezen te krijgen?

Ik weet ook wel dat er niet onmiddellijk op al mijn vragen kan geantwoord worden. Daarom stel ik voor om de vragen die niet onmiddellijk kunnen beantwoord worden mij schriftelijk te laten weten.

Antwoord van de bevoegde schepen: 

Voorzitter Annick Lambrecht. – Mijnheer Demon.

Schepen Franky Demon. – Ik ga in globo antwoorden.

Leegstand: we hebben er met de bouwmaatschappijen ook over gepraat, want we komen heel regelmatig samen voor het sociaal woonoverleg. Heel veel woningen staan soms samen leeg omdat er dan offertes kunnen gemaakt worden die goedkoper zijn. Als er bijvoorbeeld overal nieuwe keukentjes moeten komen dan kan er enkele momenten wat leegstand zijn om betere offertes te kunnen bekomen. Ik ben blij, mijnheer De Bondt, dat u zegt dat we moeten proberen sneller die wachtlijsten weg te werken. U weet het, één van mijn stokpaardjes is niet enkel en alleen de sociale huur maar ook de sociale koop, omdat ik denk dat daar ook nog altijd volk voor is. En daarvoor geef ik u de tip: ga naar uw collega-minister en vraag dat ze zo snel mogelijk meer middelen vrijmaakt, ervoor zorgt dat sociale koop opnieuw kan in plaats van te zeggen: sociale koop, we gaan dat afschaffen. Neen, we moeten sociale koop terug invoeren. En als er voor verschillende zaken wat meer middelen komen, ben ik ervan overtuigd dat we mekaar gaan terugvinden. Maar waar het hier over gaat en waar ik heel blij om ben, is dat uw minister aan ons vraagt voor de sociale huur: geef ons projecten door en we gaan kijken om ze te subsidiëren, er zijn nog middelen voor die sociale huur, dus wij kunnen deze gaan vrijgeven.

Voorzitter Annick Lambrecht. – Mijnheer Ennaert.

Raadslid Pascal Ennaert. – Als voorzitter van de sociale huisvestingsmaatschappij voel ik mij natuurlijk om verschillende redenen aangesproken. Collega De Bondt, u hoeft eigenlijk niet te panikeren: de leegstand is zowel bij de Brugse Maatschappij voor Huisvesting als bij Vivendo een prioriteit, dus wij proberen alles in het werk te stellen om dat zo vlug mogelijk op te lossen. Eén en ander heeft natuurlijk te maken met wat Franky daarjuist voor een stuk ook aangaf: het gegeven dat er niet altijd onmiddellijk financiering ter beschikking is, dat het soms wel eventjes wachten is op de subsidie. Maar een pak huizen staan ook leeg omdat ze gewoon afgebroken zullen worden en vervangen worden door nieuwbouw omdat de investering die je in die woningen nog zou doen eigenlijk niet meer kan verantwoord worden, niet meer efficiënt is gelet op de staat waarin de woning of de reeks woningen zich bevindt.

Ik voel me eigenlijk op dit punt ook een stukje aangesproken omdat er in de aanhef tot het besluit staat dat het lokaal bestuur haar regisseursrol met deze convenanten zou vergroot zien. En daar heb ik het toch wel een beetje moeilijk mee. Ik denk dat het lokaal bestuur in deze geen grotere autonomie krijgt en ik ga mij verder verduidelijken. De autonomie lag de laatste jaren eigenlijk sowieso bij de lokale besturen. Zij zijn niet alleen de belangrijkste aandeelhouders van de sociale huisvestingsmaatschappijen en andere sociale woonactoren, zij bepalen ook via ruimtelijke uitvoeringsplannen en bouwvergunningen en het ter beschikking stellen van sites als bijvoorbeeld de Tir en de kazerne in de Peterseliestraat al langer dan vandaag en waar wel en waar geen sociale woningen kunnen komen. En als alles in kannen en kruiken was dan zorgde de Vlaamse overheid quasi automatisch voor de nodige financiering. In het Brugse woonoverleg dat in oktober 2017 werd georganiseerd waren alle Brugse sociale woonactoren met als hoofdaandeelhouders de stad en het OCMW vragende partij voor een ambitieus woonconvenant waarbij opnieuw een volumineus aantal extra sociale woningen zou worden vooropgesteld. Een soort van vernieuwd bindend sociaal objectief. Een ambitieuze, krachtige doelstelling die wij Bruggelingen voor onszelf en voor de komende jaren zouden formuleren in het woonconvenant. Maar dat was jammerlijk buiten de Vlaamse overheid gerekend. De Vlaamse overheid stond erop dat de lijst zou beperkt worden tot die 59 bijkomende projecten die nog niet in de meerjarenplanning waren opgenomen. Bijkomende projecten die in de pijplijn zitten zoals de verdere ontwikkeling van de Sint-Pietersmolenwijk of nieuwe appartementen langs de Astridlaan in Assebroek wil men niet in het convenant. Daarvoor moeten wij met het stadsbestuur elk jaar bijna op onze knieën vragen of er wel voldoende financiering is en een nieuw convenant kan worden opgemaakt.

Collega’s, begrijp mij niet verkeerd, maar ik denk dat dit geen grotere autonomie is voor de lokale besturen. Dit is niet alleen onnodige administratieve lasten en onzekerheid genereren, dit is lachen met de woonnood en de betaalbaarheidsproblemen van al die gezinnen op de wachtlijst. Men zegt altijd: er staan kandidaten op de wachtlijst. Neen, dat zijn gezinnen, dat zijn mannen, vrouwen, kinderen. Gezinnen die het vandaag zeer moeilijk hebben, voor wie het zelfs onmogelijk is, om op de private woonmarkt een betaalbare oplossing te vinden. Collega’s, mocht die private huurmarkt zo performant zijn als sommigen wel beweren – en dan zeker in het laagste woonsegment – dan zouden er vandaag geen 3.000 Brugse gezinnen op de wachtlijst voor een sociale woning staan.

Voorzitter Annick Lambrecht. – Mijnheer De Bondt. En dan de schepen.

Raadslid Hugo De Bondt. – Schepen Demon.

Ik wist dat minister Homans ter sprake ging komen en ik heb me daarop dan ook voorbereid. In 2017 werden tot nu toe 7.423 sociale woningen gebouwd of gerenoveerd. Een recordbedrag van 258 miljoen euro ging naar renovatie terwijl ook extra geld besteed werd aan energiezuinigheid. Sinds 2014 kwamen er in totaal ongeveer 3.500 extra nieuwbouwwoningen bij en werden 19.200 panden in Vlaanderen gerenoveerd. Minister Homans kan uiteraard niet van vandaag op morgen rechtzetten wat in het verleden niet of te weinig is gebeurd, maar zij neemt haar verantwoordelijkheid op. Ook dit jaar zal fors geïnvesteerd worden in sociale woningbouw voor een ongezien bedrag van 825 miljoen euro. Vlaanderen zette de afgelopen jaren ook sterk in op woningen van sociale verhuurkantoren. Het budget van huurpremies verdubbelde op vier jaar tijd tot 18,7 miljoen euro. Voor huursubsidies wordt dit jaar zo’n 35,5 miljoen uitgetrokken, 25 procent meer dan in 2014. Ook wijs ik op het actieplan van minister Homans waarmee het haar bedoeling is om tegen 2050 het probleem van discriminatie en racisme jegens potentiële huurders volledig uit de wereld te helpen. Tegen dan moet iedereen toegang tot een woning hebben. Ik wil er tot slot ook op wijzen dat minister Homans ervaringsdeskundige is op dit vlak. Zij woonde destijds als kind in een sociale woning, zij kent dus als geen ander de misbruiken en de noden. Dank u.

Voorzitter Annick Lambrecht. – Mijnheer de schepen. Eerst mevrouw Van Volcem.

Raadslid Mercedes Van Volcem. – Het is waar dat de Vlaamse regering nog nooit zoveel middelen aan sociale woningbouw heeft gespendeerd. En het is ook waar dat er ook nog nooit zoveel middelen zijn gegeven aan nieuwbouw: er worden er 3.500 op jaarbasis gebouwd. Maar ik denk dat we dat toch eens allemaal zullen moeten heruitvinden. Ik heb het al duizend keer gezegd: als er vandaag 3.000 mensen op de wachtlijst staan en – de beide voorzitters gaan dat wel weten – je kan op jaarbasis maximum (als je goed bezig bent als huisvestingsmaatschappij) 50 woningen bouwen of laat ons zeggen 100 in topjaren, dan betekent dat dat je in vijf jaar 500 woningen bouwt voor die 3.000 mensen – en tegen dat je zover bent, staan er opnieuw andere mensen op. De behoeftigen van vandaag zijn ook niet altijd de behoeftigen van morgen. De mensen die er vandaag in zitten, mogen levenslang in een sociale woning blijven. De nieuwe contracten zijn tijdelijk – je kan daarover discussiëren. Maar ook de grond raakt op. En waarover je nooit iemand hoort: er worden vandaag 3.500 woningen gebouwd, maar niemand zegt hoeveel er worden afgebroken. Zo kan je heel weinig nieuwe mensen aan een woning helpen en daardoor zijn de wachtlijsten zo lang. Natuurlijk, het is geen Brugse materie, maar gewoon stellen dat sociale woningen bouwen een oplossing is voor mensen die minder middelen hebben? Ik zeg hier: de helft van de mensen die op de private huurmarkt huren hebben theoretisch recht op een sociale woning, maar slechts 23 procent van de mensen schrijft zich in. Dus de woonnood is eigenlijk veel groter dan de wachtlijst van 120.000. Het gaat eigenlijk om 180.000 à 190.000 mensen. Dus we moeten eens nadenken. De SVK’s vind ik een hele goede oplossing, alleen gaat het wel een beetje traag in Brugge. Maar we moeten ook eens nadenken of we niet tot een nieuw systeem kunnen komen van tijdelijke huursubsidies, zodanig dat we voor iedereen in dezelfde omstandigheden hetzelfde doen. Want nu zijn de mensen die bovenaan de lijst staan voor een sociale woning de gelukkigen en dat zijn er misschien vijftig op jaarbasis en dat gaat dan nog meestal, in drievierde van de gevallen over herhuisvesting van panden die worden afgebroken, dus je helpt ongeveer twintig nieuwe mensen op jaarbasis. De vraag is: wat doe je dan met die 2.980 – of 2.950, ik wil er nog vanaf zijn? Als je echt aan sociaal beleid wil doen en je wil de mensen tijdelijk helpen, dan is sociale woningbouw wel iets dat goed klinkt in de pers, maar niet de oplossing op lange termijn, ook niet voor de 2.950 wachtenden.

Voorzitter Annick Lambrecht. – Mijnheer De fauw.

Schepen Dirk De fauw. – Mevrouw de voorzitter en collega’s.

Ik wil toch eventjes tussenkomen, eerst en vooral over de vraag rond leegstand. Mijn collega-voorzitter van de Brugse Maatschappij heeft hier al duidelijk gesteld dat wij proberen om de leegstand in de sociale huisvestingssector zo beperkt mogelijk te houden. Natuurlijk, wij hebben soms leegstand maar dat is enkel en alleen met het oog op renovatie. Een uitzonderlijk geval is al eens een sterfgeval met een onbeheerd nalatenschap is en dergelijke, maar hoofdzakelijk is de leegstand er met oog op renovatie. We hebben nu al een contract afgesloten met Samenlevingsopbouw dat een systeem heeft om mensen met extreem hoge woonnood toch nog in woningen die leeg staan met oog op renovatie te kunnen huisvesten. Maar dat zijn allemaal slechts tijdelijke contracten om een oplossing te bieden. Ik wil er wel op wijzen dat wij bijzondere inspanningen doen om zoveel mogelijk nieuwbouw te realiseren, bijkomende woningen te realiseren – wat absoluut nodig is mevrouw Van Volcem – maar wij worden ook geconfronteerd met lange procedures. Er zijn bijvoorbeeld (waarschijnlijk nog van in uw tijd mevrouw Van Volcem) twee dossiers, de Michel Van Hammestraat en de Sint-Trudostraat. Voor de Sint-Trudostraat is alles klaar: de architect is aangesteld, de Vlaamse gemeenschap heeft de centen van de wegenbouw. We gaan in overleg met de bevolking voor het project Sint-Trudostraat, alle mensen van de Benidictijnenstraat zijn bijzonder gelukkig want ze krijgen een achteringang naar hun woning, ze kunnen daar een garage of een fietsenberging plaatsen. Er is één iemand die een bezwaar indient, dit bezwaar wordt gegrond verklaard en we zijn voor twee jaar weg. De Michel Van Hammestraat: wij komen samen met Franky Demon in overleg met de bewoners van de wijk die er inmiddels privaat is gerealiseerd, die plots zeggen: oei, er komt hier ook nog sociale woningbouw. We komen met hen tot een akkoord over welke soort woningen er komen, hoe hoog de kleine appartementen worden, want het ging over drie bouwlagen die zouden gerealiseerd worden. Er is één iemand die buiten die wijk woont, die daar een tweede verblijf heeft, en die bezwaar aangetekend heeft. Ook daar zitten we voor minstens twee jaar vast. En alles was klaar, met een prachtig ontwerp. Dat is een enorme frustratie waarmee we geconfronteerd worden. Ik wijs op het feit dat wij voor de Peterseliestraat een akkoord hebben van de stad dat dit overgenomen wordt door Vivendo, op voorwaarde uiteraard dat we daar kunnen bouwen. Maar nu zitten we daar eigenlijk in een processie van Echternach. Enkele maanden geleden hadden we een akkoord met Monumentenzorg, zowel van de stad als van Vlaanderen. Nu komen er bezwaren van de brandweer die het eigenlijk allemaal weer op de helling zetten. En zo kan je maar verder gaan. Dat zijn enorme frustraties die leven bij de sociale huisvestingsmaatschappij die meer woningen willen realiseren. Want ik moet u zeggen: ik heb deze namiddag nog mensen over de vloer gehad, bijvoorbeeld ook iemand die al bij u is geweest, mijnheer De Bondt, en het is schrijnend. Ik heb deze namiddag vier, vijf mensen gehad die momenteel huren voor een bedrag tussen de 600 en de 800 euro per maand met een inkomen van 1.100 – 1.200 euro. Daar moet absoluut een oplossing voor geboden worden en het sociaal verhuurkantoor doet daar bijzondere inspanningen voor, zowel Sovekans als SVK OCMW. Aan mensen die een procedure instellen voor het vredegerecht omdat zij miserie hebben met hun huurders zeggen wij: wij hebben de oplossing, elke maand staat de huur op uw rekening, geen enkel probleem. En toch slagen we er niet in om heel vlug nieuwe bijkomende woningen te realiseren omdat men inderdaad op de private huurmarkt veel hogere prijzen kan krijgen. Men gaat nog altijd voor het geld. Als men de zekerheid geeft om maandelijks 450 of 500 te krijgen of men heeft de onzekerheid, dan heeft men nog liever die onzekerheid. Het is een beetje op de lotto spelen, kiezen voor  650 à 700 euro. Men kiest voor die 700 euro en het is jammer dat wij daarmee geconfronteerd worden, dat er onvoldoende groei is in de sociale huisvestingssector, zowel wat de sociale woningbouw zelf betreft als het sociaal verhuurkantoor. Beide groeien ongeveer even snel – of even traag, want het is eigenlijk echt traag. Wij hebben een doelstelling om minstens tien woningen erbij te krijgen, beiden, tien woningen per jaar. We slagen daar niet in. We slagen er niet in om tien woningen in meer per jaar te kunnen inhuren.

Voorzitter Annick Lambrecht. – Mijnheer Demon. Nog een aanvulling?

Schepen Franky Demon. – Voor alle duidelijkheid: het zijn niet wij die in beroep gaan, wij geven de vergunning. Het is 1 buur of het zijn 2 buren die in beroep gaan bij de Provincie en de Provincie willigt dat beroep in. Toch ook positief nieuws: er zijn 443 woningen vergund. Oké, er zit daar heel wat renovatie in, maar we hebben hier een heel lijstje: De Lijster in Sint-Michiels, waar we de processie van Echternach bezig zijn met 1 buur; zoals Dirk daarnet gezegd heeft: Sint-Trudo, de Michel Van Hammestraat; we zijn ook bezig aan het Lodewijk Gilliodtsplein. Maar de procedures maken het ons niet gemakkelijk en daar kan niemand hier in de zaal iets aan doen.

Voorzitter Annick Lambrecht. – Mevrouw Ryelandt.

Raadslid Marleen Ryelandt. – Schepen (Schepen Demon ook), het moet me toch even van het hart. U zegt, we worden geboycot omwille van het feit dat er door 1 persoon een bezwaar wordt ingediend of een procedure wordt opgestart. Het is niet omdat het over sociale woningbouw gaat dat een goeie ruimtelijke ordening niet aan de orde is, sorry hé.

Schepen Franky Demon. – Daar ga ik nu toch eventjes op reageren, mevrouw Ryelandt. Dat is waar, maar wat er hier gezegd wordt is dat er een grote verkaveling is; is dat nu de Sint-Trudo, is dat nu de Michel Van Hammestraat of is dat nu De Lijster waar er 1 of 2 mensen  – want daarover gaat het nog hé.

Raadslid Marleen Ryelandt. – Ja, maar neen.

Schepen Franky Demon. – Ja, maar mevrouw, mevrouw, kom kijken, dan moet u een keer …

Raadslid Marleen Ryelandt. – Ik ben daar niet mee akkoord hé. Bijvoorbeeld in de Michel van Hammestraat, daar zit je potverdorie aan de Assebroekse Meersen en is er een problematiek van overstromingsgevoelig gebied. Je gaat me inzake ruimtelijk geen lessen leren. [stem zegt: “Nee, totaal onjuist.”] Je moet dossier per dossier afzonderlijk bekijken. [stem zegt: “Totaal onjuist.”] Ook inzake sociale woningbouw, of dat nu een sociale verkaveling is of niet, er moet een goeie ruimtelijke ordening is.

Schepen Franky Demon. – Ja, maar laat ons duidelijk zijn mevrouw, betreft die waterproblematiek hebben we hier van in het begin als stad – als u het dossier kent of zou moeten kennen, dan zou u die uitspraak niet doen – gezegd dat het in die hoek – want ik weet hem stilletjes aan liggen en heb daar al een paar keer gelopen –  watergevoelig is en daar komt er geen woning. [stem zegt: “Niks, niks.”]  Daar komt geen enkele woning. En jawel, mevrouw, er zijn maar 2 mensen tegen de vergunning in beroep gegaan, maar er waren er meer in de procedure tegen het moment dat wij de vergunning konden geven. Dat waren de mensen van de Benedictijnenstraat en zo verder en we hebben daarmee rond de tafel gezeten en we zijn tot een oplossing gekomen. Er zijn 2 mensen die bij de deputatie … En het is hun recht hé, het kan niet tegen gesproken worden, maar nu moeten er weer studies en openbare onderzoeken gebeuren en we zijn weg. Het is dat wat Dirk wou zeggen. Maar ik vind het niet correct dat u zou zeggen dat er hele groepen zijn die daar tegenin gaan, dat waren er 2.

[Raadslid Marleen Ryelandt zegt iets onverstaanbaars]

Voorzitter Annick Lambrecht. –  Oké, dan gaan we dat afsluiten. Ik ga naar schepen Laloo.