Na mijn interpellatie op de gemeenteraadszitting van 27 oktober ll. omtrent hetzelfde onderwerp stel ik opnieuw mijn toen gestelde vragen, aangevuld met nieuwe. Mag ik op al mijn vragen een direct antwoord verwachten?
Schepen P. Pierins verklaarde in zijn antwoord op mijn interpellatie dat “alle werken in het prinsen- en prinsessenkwartier een positieve grondbalans hadden. Er werd dus geen externe grondaanvoer gebeurd. Wat wil zeggen dat de aanwezige asbest steeds lokaal aanwezig moet zijn geweest en door de werken naar boven zijn gekomen.”… Verder: “Vroeger vooraleer eigenlijk alles verkaveld werd en vooraleer daar een kerk op stond deed dit gedeelte van Assebroek als afvalstort dienst. Een sluikstort is theoretisch mogelijk maar de waarschijnlijkheid is groter dat dit hier om historische vervuiling gaat.”.
- Niettegenstaande de bevoegde schepen op de hoogte was dat de grond in het verleden niet werd gesaneerd en het dus een oud stort betrof. Waarom werd door de opdrachtgever opdracht gegeven deze grond te storten voor de kerk waar zich nu het grasplein bevindt? Dus in tegenstelling tot wat er werd gezegd was er wel degelijk aan grondverplaatsing gedaan zonder rekening te houden met de regelgeving ter zake:
A. Werd deze grond vervoerd in niet afgedekte vrachtwagens.
B. Droeg het personeel geen beschermende kledij en
C. Werd de vervuilde grond niet afgevoerd voor sanering en vervangen door propere grond.
Er werd dus met medewerking van de bestuurders aan sluikstorten gedaan. Wat heeft de burgemeester en de verantwoordelijke schepenen hierop te zeggen? Wat ik hier beschrijf werd mij verteld door de arbeiders die deze werken hebben moeten uitvoeren. Dus onnodig rond de pot te draaien of te ontkennen. Ik wil hier enkel de waarheid horen. - Tijdens de aanleg van het grasplein werden de grondwerkers van de aannemer én het personeel van de groendienst blootgesteld aan asbest. Werden zij van de vondst op de hoogte gebracht? En is bij hen een bloedafname gebeurd?
- Op 12 oktober ll. werd door een erkend bodemsaneringsbedrijf bodemstalen uit de grond gegraven. Zij maakten aanstalten om de grond te zeven zonder beneveling, want zij hadden de benevelingsmachine niet mee. Op mijn aandringen werden de werken stil gelegd. Wat later kwam een tankwagen van de stad met water aangereden. Een stadsarbeider werd het terrein opgestuurd zonder beschermende kledij. Dankzij mijn tussenkomst werd die man enkel een mondmasker (maar niet het verplichte FFP3 masker) aangereikt. Zonder beschermende kledij werd met het benevelend zeven begonnen. Het benevelen tijdens het zeven van gecontamineerde grond is niet de taak van een stadsarbeider. Die heeft daar trouwens geen enkele opleiding voor gekregen. Of toch? Die man werd het terrein opgestuurd zonder beschermpak. Is bij hem ook een bloedafname gebeurd? Hier werd het artikel in het ADAB betreffende het door de werkgever beschikbaar stellen van beschermende kledij met de voeten getreden.
- Werd het personeel (o.a. van de groendienst) die met asbest in aanraking kwam op de hoogte gebracht?
- Werd de preventieadviseur (IDPBW) op de hoogte gebracht van de asbestvondst?
- Werden deze problemen als agendapunt op het comité PBW geplaatst?
- Werd ook de arbeidsgeneesheer op de hoogte gebracht?
- Bij de afgraving van de grond was de preventieadviseur of zijn afgevaardigde niet aanwezig om toe te zien of alles conform de wetgeving ter zake gebeurt. Was hij of zij niet op de hoogte van de afgraving?
- Wat is het resultaat van de afgegraven en gezeefde grond?
- Waarom werd het grasveld sinds de vondst niet afgezet?
- Schepen M. Hoste verklaarde dat de firma Saneco alle veiligheidsmaatregelen heeft genomen. Welke veiligheidsmaatregelen heeft zij ondernomen voor de buurt en voor iedereen die in contact kwam met de asbestvervuiling?