Na het asbestalarm in Nederland…

Mijnheer de voorzitter, geacht college, beste collega’s, Na de brand in Roermond (Nl) op 17 december 2014 en een herhaling ervan in Wateringen (Nl) op 13 januari 2015, werd in beide woonplaatsen de noodverordening afgekondigd vanwege het asbestalarm. Er kwam toen heel wat asbest vrij en de rook trok gevaarlijk richting binnenstad in Roermond. Ook zijn door de wind heel wat asbestpartikels vanuit Wateringen in Den Haag terechtgekomen. In de besmette gebieden moesten deuren en ramen gesloten blijven, de inwoners werden aangeraden om binnen te blijven. Scholen en winkels werden er gesloten, treinen stopten niet meer in het station.

De wetgever heeft destijds de verplichting opgelegd om voor alle gebouwen een ‘asbestinventaris’ op te maken en te bezitten, met daaraan gekoppeld – indien asbest aanwezig – een ‘beheersprogramma’ (K.B. van 16 maart 2006 bescherming van de werknemers tegen de risico’s van asbest (B.S. 23 maart 2006, gewijzigd bij K.B. van 8 juni 2007 (B.S. 22 juni 2007)). Bij mijn interpellatie aangaande ‘Asbest in de Brugse stadsgebouwen’ van precies één jaar geleden (28 januari 2014) vroeg ik de stand van zaken op. Uit het antwoord van de bevoegde schepen bleek toen dat er voor 270 gebouwen een verplichte inventaris moest worden opgemaakt. 102 gebouwen beschikten over dergelijke asbestinventaris. Dit betekent dus dat er op 28 januari 2014 voor amper een goede 30 procent van het Brugse patrimonium dergelijke asbestinventaris voorhanden was.

De bewering toen van de schepen dat er geen enkel direct gevaar dreigt ‘zolang er geen werken worden uitgevoerd waar zich asbest bevindt’ houdt dus geen steek. Ook brand kan de algemene gezondheid van onze inwoners bedreigen! Een ramp met asbest is ook in onze stad mogelijk. De Brugse N-VA maakt zich grote zorgen om de veiligheid én de volksgezondheid van de Bruggelingen. De fractie vraagt met aandrang dat het stadsbestuur ernstig en versneld werk maakt om van de resterende gebouwen een ‘asbestinventaris’ op te maken en (indien asbest aanwezig) daaraan gekoppeld een passend ‘beheersprogramma’.

Graag kregen wij antwoord op de volgende vragen: – van hoeveel Brugse gebouwen is er sinds 28 januari 2014 tot nu – naast de 102 die toen reeds over een asbestinventaris beschikten – een inventaris opgemaakt? – is de schepen bereid om prioritair en dringend verder te werken aan de opmaak van een volledige asbestinventaris en bijbehorend beheersprogramma voor de resterende gebouwen? – wanneer zal de volledige asbestinventaris met beheersprogramma voltooid zijn? – bij de aansprakelijkheidsverzekering van de aannemer (of firma) die werken inzake verbouwing of afbraak doet, leggen de maatschappijen de verplichting op om (dure) gespecialiseerde firma’s de asbest te laten opruimen. De verzekeraars onderkennen de gevaren van asbest doch onderkent de Brugse overheid die ook? Het is aan te raden om in alle risicogebouwen een lijst voor handen te hebben van gespecialiseerde asbestopruimers. Bestaat dergelijke lijst in de gebouwen waar zich asbest bevindt? – is er een noodplan voorzien voor dergelijke ramp? Met voor de brandweer een evacuatieplan en draaiboek voor het bestrijden van asbestbranden? Dank voor jullie aandacht. 

Antwoord van de schepen

Voorzitter André Van Nieuwkerke. – Collega’s die wensen aan te sluiten? Neen? Mevrouw Decleer.
Schepen Hilde Decleer. – Dank u voorzitter, collega’s.

Mijnheer De Bondt, zoals vorige keer gezegd heeft het college reeds goedgekeurd dat voor de diverse
stadsgebouwen asbestinventarissen worden opgemaakt. Jaarlijks wordt van enkele stadsgebouwen
een asbestinventaris opgemaakt om zo tot een inventaris van het volledige stadspatrimonium te
komen. Het is de bedoeling zoals ik de vorige keer ook al zei, dat we jaarlijks een vijftien tot twintig
asbestinventarissen laten uitvoeren door gespecialiseerde studiebureaus. Die studiebureaus maken
echt wel een plan op waar dan alles mee kan gebeuren door de betrokken diensten en de hulpdiensten.
Afhankelijk van de conclusies van deze rapporten wordt de eventuele asbest verwijderd door
aannemers die hiervoor een opleiding hebben gehad en een attest moeten voorleggen.
In 2013 zijn elf asbestinventarissen opgemaakt, geen van deze had tot gevolg dat een dringende actie
van verwijdering diende ondernomen. Thans is een dossier hangend voor de opmaak van achttien
asbestinventarissen, een acute bedreiging voor de veiligheid is er niet. Tot op vandaag hebben wij geen
enkele situatie gehad die een onmiddellijke actie vereiste. Meestal is het advies van het studiebureau
dat pas moet overgaan worden tot verwijdering in geval van geplande renovatiewerken.
Het juiste aantal gebouwen kan ik niet zeggen maar het zijn er achttien in het dossier dat hangend is.
Ik heb het lijstje bij me, ik zal het u straks bezorgen.
Wij werken op dezelfde manier verder. Jaarlijks doen wij er een aantal, omdat dit ook financieel
bekeken wordt met het budget. Maar natuurlijk zijn de gebouwen waar dit het dringendste nodig was
eerst behandeld, in de nieuwe gebouwen is er natuurlijk geen risico. Wanneer dit voltooid zal zijn, daar
kan ik nu nog geen datum op plakken want er zijn er nog een paar te gaan.
Voorzitter André Van Nieuwkerke. – Mijnheer De Bondt.
Raadslid Hugo De Bondt. – Mevrouw de schepen, ik zou daar graag willen op repliceren.
Er zouden nog een honderddertig gebouwen moeten gedaan worden. Aan twintig per jaar is dat nog
werk voor zeven jaar ver. Ik hoop van harte dat er nooit een brand zal uitbreken in Brugge in een
gebouw waarin er zich asbest bevind. Ik zou niet graag in uw schoenen staan. Dank u wel.

Schepen Hilde Decleer. – Ik zal u die lijst bezorgen.