Asbest in de Brugse stadsgebouwen (II)

In de artikels ‘Vier op tien stadsgebouwen bevat asbest’ verschenen in Het Nieuwsblad en De Standaard op 8 december ll. verklaart schepen Hilde Decleer niks nieuws. Al wat zij in de pers verklaart, buiten de stand van de asbestinventarissen, werd mij reeds meegedeeld in haar antwoord op mijn schriftelijke vraag van 19 april ll.

Graag vernam ik:

  1. Voor hoeveel gebouwen er reeds asbestinventarissen tot op heden opgemaakt?
  2. Hoeveel moeten er nog worden opgemaakt?
  3. In hoeveel en welke gebouwen werd er asbest aangetroffen?
  4. Wanneer wordt het afsluiten van de opmaak van de asbestinventarissen verwacht?
  5. Wanneer worden de beheersplannen opgemaakt? Wanneer worden deze afgesloten?

Mag ik de lijst van de gebouwen waarvan reeds een asbestinventaris is opgemaakt bekomen?

Antwoord ontvangen op 04/01/2018

Voor 412 van de 585 stadsgebouwen is er wettelijk een asbestinventaris nodig. Op vandaag werden ze allemaal doorgelicht en beschikken we van deze over een inventaris.

Er worden frequent werken uitgevoerd aan of in onze stadsgebouwen. Dit zijn echter meestal onderhoudswerken met een beperkte inpak op de bestaande situatie. Uitgebreide ontmantelingswerken met kap- en breekwerk, waarbij mogelijks asbestvezels zouden kunnen vrijkomen, horen daar veelal niet bij. Deze werken worden enerzijds uitgevoerd door onze eigen regieploegen, waarvan de medewerkers zich voldoende bewust zijn van de risico’s, niet in het minst door regelmatige bijscholing rond de asbestproblematiek. Anderzijds worden deze werken uitgevoerd door externe uitvoerders/aannemers die, bij ontstentenis van een inventaris, hetzij via het lastenboek, en/of via onze technisch medewerkers worden geïnformeerd.

In het geval van sloop- of grondige renovatiewerken dient de uitvoerder van de werken trouwens voorafgaand een asbestinventaris te laten opmaken. Bij vaststelling van aanwezigheid dient de asbest eerst te worden verwijderd. Vakbekwame aannemers beschikken daarenboven over voldoende technische kennis en ervaring om de risico’s op aanwezigheid van verdachte materialen, op visuele basis te kunnen herkennen. Bovendien leert ons de ervaring dat de aanwezigheid van asbest in interieurtoepassingen zeer lokaal is en zeker niet in grote hoeveelheden aanwezig. Asbest is meestal te vinden in technische en dus publiek niet toegankelijke lokalen. Technisch personeel dat technische lokalen betreedt is op de hoogte van de risico’s. Daarenboven is asbest in gebonden toestand ongevaarlijk. Er kunnen pas problemen rijzen bij het bewerken (boren, zagen, kappen, breken,…) van deze materialen.