Ontruiming van appartementsgebouw wegens brand

Op 19 juli laatstleden woedde in de vroege morgen een hevige brand op de gelijkvloerse verdieping van een appartementsgebouw in de Edward De Denestraat te Assebroek. De brandweer was er vlug ter plaatse en de bewoners (een vijftigtal) van het gebouw werden geëvacueerd. Vrij snel hadden de spuitgasten de brand onder controle en mochten de bewoners weer hun flat betrekken.

Ik heb weet van twee flatbewoonsters die doof zijn. Zij dragen een hoorapparaat maar houden die ’s nachts, om praktische redenen, niet in de oren. Deze bewoonsters konden niet worden bereikt en bleven dus doorslapen. Ik ben ervan overtuigd dat de veiligheidsdiensten een grondigere evacuatie hadden uitgevoerd mocht het om een ergere en uitslaande brand gaan. Toch werd dit pijnpunt bloot gelegd en is er nood aan een fundamentele oplossing om in noodgevallen te weten waar de meest kwetsbaren en hulpbehoevenden zich bevinden in het flatgebouw.

Vandaar dit voorstel.   Laten we een systeem uitwerken waarbij flatbewoners laten weten dat zij rolstoelgebruiker, minder mobiel, doof of blind zijn. Dit kan bijvoorbeeld door een geautomatiseerd systeem waartoe enkel – via de syndicus of de huisbewaarder – de veiligheidsdiensten toegang hebben.

Op deze manier weten de hulpdiensten waar deze mensen zich bevinden en welke acties moeten worden ondernomen om deze bewoners te verwittigen en hoe te evacueren.

Antwoord ontvangen op 04/10/2017

Uw voorstel is niet onlogisch. De hulpdiensten, het crisiscentrum, volksgezondheid, de gemeente(n), enz. zoeken voortdurend naar systemen om de hulpverlening te verbeteren, informatie in te winnen en uit te wisselen en om de samenwerking te bevorderen. Een extra systeem lijkt niet nodig en zelfs niet wenselijk maar er moet eerder ingezet worden op het bevorderen en kenbaar maken van de huidige en bestaande systemen, procedures, maatregelen en/of (wettelijke) verplichtingen.

Hieronder wordt een overzicht gegeven van wat bestaat en hoe die kunnen tegemoet komen aan uw bezorgdheid.

1.   Brandpreventie maatregelen

Overeenkomstig de ‘Wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie tegen brand en ontploffing en de verplichte burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering’ en het ‘Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 betreffende de basisnormen brandpreventie’ (en zijn wijzigingen) moeten appartementsgebouwen (opgelet: nieuw of verbouw appartementsgebouwen) voldoen aan minimumvereisten inzake brandpreventie en brandbestrijding.

Heel concreet gaat het om de aanwezigheid van rook-, brand- en CO2-melders maar eveneens over de aanwezigheid van brandhaspels, brandblussers, noodverlichting, pictogrammen, enz.

Los van het feit dat de verplichting geldt voor nieuw of verbouw appartementsgebouwen, kunnen bewoners en/of eigenaars van bestaande appartementsgebouwen zelf investeren in brandpreventie (CO2 melder, rookmelders, brandblussers, enz.).

2.   Evacuatieplan en/of Intern Noodplan appartementen en appartementsgebouwen

Overeenkomstig artikel 52 van het ARAB dienen werkgevers een intern noodplan op te maken. Dit is geen verplichting voor particuliere burgers, een vereniging van mede-eigenaars of een syndicus van een appartementsgebouw. Het feit dat het niet verplicht is hoeft ook hier niet te betekenen dat het niet zinvol is of kan zijn.

Zeker in de aangehaalde problematiek kan een intern noodplan (met bijhorende evacuatie-instructies) of een evacuatieplan op zich een groot verschil maken.

In het intern noodplan of het evacuatieplan worden gegevens opgenomen met betrekking tot het alarmeren, contacteren of informeren van bepaalde personen, het gebruik van bepaalde vluchtwegen, do’s en don’ts, verzamelplaatsen, enz. Verder kan er, aansluitend bij de aangehaalde problematiek, bv. opgenomen worden dat bij brand steeds de syndicus moet worden ingelicht die vervolgens de brandweer kan informeren over (eventueel) aanwezige personen in het gebouw (o.a. met betrekking tot zorgbehoevenden, blinden, doven, …). Verder kan opgenomen worden dat een sleutelkluis wordt/werd aangebracht in of aan de ingang van het gebouw zodat de hulpdiensten snel toegang krijgen tot lokalen, appartementen of delen van het gebouw die niet of moeilijk toegankelijk zijn.

Bijkomend voordeel van een intern noodplan is het feit dat het document kan overgemaakt worden aan de hulpverleningszone (brandweer) via operaties.brugge@zone1.be of via http://www.zone1.be/contact/ , die het vervolgens kan linken aan een infrastructuur of gebouw in hun informatie- en interventiesysteem.

3.   Ondersteunende tools voor hulpdiensten i.k.v. alarmeren en evacueren

3.1.      In-Map (Hulpverleningszone 1)

Zoals hierboven opgemerkt beschikt de Hulpverleningszone 1 over een informatie- en interventiesysteem. In het systeem wordt heel wat info opgeslagen die belangrijk is of kan zijn bij interventies. O.a. info over (mogelijk) aanwezige doelgroepen of personen kan hierin opgenomen worden.

Het hulpcentrum 112 liet wel weten dat de noodcentrale op basis van een exact adres (straat+huisnr+gemeente) een ICE-contactpersoon (ICE = in case of emergency) kan toevoegen (bijvoorbeeld: syndicus of huisbewaarder) in het computersysteem waarmee noodoproepen 112/100/101 worden verwerkt. Deze info kan overgemaakt worden via info@hcs112wvl.be (t.a.v. Christophe De Mey).

Op die manier kan door het hulpcentrum vlot nagebeld worden met deze contactpersoon om bijkomende informatie in te winnen over waar de meest kwetsbaren en hulpbehoevenden zich normaal bevinden in het flatgebouw.

3.2.      App 112 BE

In juli lanceerde de FOD Binnenlandse Zaken en de FOD Volksgezondheid de app 112 BE (zie voor alle info https://www.112.be/nl/app ). Iedereen kan de app installeren en kan via de app het hulpcentrum 112 contacteren. De app polst bij installatie/downloaden naar een aantal basisgegevens maar o.a. kan er worden aangeduid of men doof of slechthorend is of als men een spraakstoornis heeft. Zij kunnen dan via berichten met de noodcentrale communiceren ipv te bellen op een klassieke manier. Ook andere medische gegevens (bv. bepaalde allergieën, hartkwaal, enz.) kunnen worden geregistreerd. Op die manier beschikt het hulpcentrum 112 reeds bij contactname over deze gegevens en kan zij die meegeven aan de aanrijdende hulpdiensten.

3.3.     BE-Alert

De stad Brugge heeft in maart 2017 ingetekend op het systeem BE-Alert. Via deze tool kunnen mensen via sms of gesproken boodschap gecontacteerd worden in noodsituaties. In acute situaties kunnen alle aanwezigen in een perimeter automatisch gecontacteerd worden (gaat via de gsm operatoren) op verzoek van de burgemeester.

Sowieso is het interessant voor burgers om zich te registreren op www.be-alert.be . De stad kan immers ook in minder acute situaties boodschappen van algemeen nut naar de bevolking sturen. Boodschappen van algemeen nut kunnen of mogen echter enkel naar geregistreerde burgers. Aansluitend bij de opgeworpen problematiek, kan in het systeem gebruik gemaakt worden van gesproken boodschappen, net om de doelgroep blinden (maar ook bv. ouderen die niet beschikken over een gsm) te kunnen bereiken.

Het systeem zal wellicht en voornamelijk gebruikt worden in grootschalige noodsituaties waarbij een groot aantal gezinnen/adressen betrokken zijn en waarbij deur aan deur alarmering moeilijk is.

Eerder dan in te zetten op of te investeren in nieuwe digitale tools moet brandpreventie (rookmelders, sleutelkluizen, afspraken met buren, familie, vrienden, blusdekens, brandblussers, …) bij alle doelgroepen worden gepromoot (en eventueel gefaciliteerd via subsidies, infosessie, plaatsbezoeken, …). Burgers kunnen zelf de nodige maatregelen nemen om de hulpdiensten te alarmeren of zelf gealarmeerd te worden. De hulpdiensten beschikken nu reeds over een aantal tools die informatie verzamelt en deelt en die beschikbaar is bij interventie. Deze tools verbeteren steeds en evolueren mee met de technologische mogelijkheden.