Graag kreeg ik nader uitleg in verband met de subsidies die worden toegekend aan de diverse carnavalverenigingen op ons grondgebied.
Ik heb vernomen dat de meeste verenigingen een jaarlijkse subsidie krijgen toegekend van 850 €. De Brugse Karnavalraad daarentegen zou jaarlijks 5.000 € krijgen. Mag ik vragen waarom er zo een groot verschil is? Mag ik ook de lijst ontvangen van alle Brugse Carnavalverenigingen met vermelding van de toegekende subsidie?
Antwoord ontvangen op 07/03/2017
In antwoord op uw schriftelijke vraag kunnen wij het volgende melden. De Brugse Carnavalverenigingen ontvangen een jaarlijkse subsidie op basis van een contract. In dit contract staat beschreven aan welke opdracht moet worden voldaan om een bepaald subsidiebedrag te bekomen. Deze contracten lopen nog tot en met 2019. Hierbij een overzicht van de Brugse Carnavalverenigingen die in de periode 2008-2016 op deze manier een subsidie hebben aangevraagd en bekomen: Brugse Karnavalraad: jaarlijks 850 € – De Feestneuzen Sint-Kruis: jaarlijks 850 € – De Pensejagers Sint-Andries: jaarlijks 850 € (tot en met 2013, vanaf 2014 kon deze vereniging niet meer aantonen dat ze aan de voorwaarden uit het contract voldeden. Ondertussen kregen we bericht dat de vereniging niet meer actief is). – Orde van de Pret: jaarlijks 850 € – Orde van de Zeesluffer: jaarlijks 850 € – De Lekkerbekken: jaarlijks 850 €. De Brugse Karnavalraad kan een jaarlijkse subsidie bekomen van 3.450 € (en dus niet 5.000 €) als aan de volgende opdracht wordt voldaan: jaarlijks organiseren van een carnavalstoet. De overige verenigingen kunnen jaarlijks een subsidie van 850 € bekomen als aan volgende opdracht wordt voldaan: jaarlijks organiseren en coördineren van carnavalevenementen in eigen deelgemeente. Terwijl de Brugse Karnavalraad een subsidie ontvangt om de carnavalstoet in Brugge te organiseren, ontvangen de overige carnavalverenigingen een subsidie om carnavalevenementen specifiek in de deelgemeentebn waar ze actief zijn te organiseren, dit omvat zaken als het organiseren van een prinsenbal, het deelnemen aan stoeten, maar ook het organiseren vaan (kleinere) stoeten in de deelgemeenten. De opdrachten voor deze verenigingen werden bepaald, in overleg met de Sociaal-Culturele Raad in zitting van het College van Burgemeester en Schepenen op 21 december 2001.