Vraag aangaande het Brugs dierenasiel ‘Het Blauwe Kruis’

Graag kreeg ik antwoord op de volgende vragen:

  1. Volgens art. 8 van de Concessieovereenkomst dd. 25 april 2000 tussen de stad en de v.z.w. ‘Het Blauwe Kruis – Dierenbescherming’ heeft de stad ten allen tijde bezoekrecht van het dierenasiel. Wordt er gebruik gemaakt van dit recht? Zo ja, wanneer hebben, de laatste vijf jaar, deze bezoeken plaats gehad?
  2. Is er indertijd een aanvraag ingediend geweest door de v.z.w. voor bestemmingswijziging van de gronden van het domein (Krinkelstraat 4)? Gronden die zijn voorzien als loopweide voor honden hebben nu een andere bestemming gekregen, nl. als privéweide voor paarden en schapen die worden gehouden door de conciërge.
  3. Volgens jullie antwoorden (27 juni 2013) op eerder door mij gestelde vragen (31 mei 2013) kan de stad geen controle van hun boekhouding uitoefenen (enkel intern). Is er dan geen enkele instantie (op federaal of Vlaams niveau) die deze bevoegdheid heeft? Het kan toch niet dat het dierenasiel ‘carte blanche’ krijgt in deze. Het gaat hier immers om gemeenschapsgelden.
  4. Er is mij in jullie antwoord van 27 juni 2013 medegedeeld geweest dat ‘met het oog op het uitbetalen van de toelagen voor onderhoud en verzorging van dieren in het schuthok, de sterilisatie van zwerfkatten en onderzoek op kattenaids het financieel- en werkingsverslag wordt opgevraagd’. Tot op heden heb ik deze documenten nog niet bekomen. Mag ik aandringen?

Antwoord ontvangen op 21/10/2013

  1. Los van de sporadische bezoeken, werd tot op heden geen officieel gebruik gemaakt van het bezoekrecht. De stad Brugge kan trouwens enkel inspecteren of de onroerende goederen die in concessie werden gegeven wel degelijk aangewend worden voor de exploitatie van een dierenasiel en of er wel degelijk een dierenschuthok is waar verloren, verlaten of afgestane dieren verzorgd worden. Wat tot op heden niemand kan betwisten. De vraag of de exploitatie op zich conform is aan de vigerende reglementering behoort niet tot de bevoegdheid van de gemeenten/steden, maar tot de bevoegdheid van de dienst dierenwelzijn van de FOD volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu.
  2. De onroerende goederen werden via concessieovereenkomst ter beschikking gesteld voor “art. 2… de opvang, verzorging en eventueel het afmaken van verloren, verlaten of aan het dierenasiel toevertrouwde huisdieren…”. Er is geen aanvraag tot bestemmingswijziging nodig om op een terrein paarden en schapen te laten grazen i.p.v. er honden op uit te laten. Bedoeld terrein werd jaren geleden aangelegd voor de opvang van grootvee. Er grazen momenteel 2 pony’s en enkele schapen die allen toebehoren aan Het Blauwe Kruis, alsook 2 paarden van de conciërge. (…)
  3. Zoals aangehaald in bovenvermeld antwoord op vraag 1 is de controle op de exploitatie van dierenasiels een federale bevoegdheid.
  4. De documenten waarvan sprake werden opgevraagd aan de dienst leefmilieu. Van zodra wij deze documenten onvangen sturen wij ze door.