Diefstal in het woonzorgcentrum

Foto uit het familiearchief De Bondt

De laatste herinnering werd haar ontnomen!

Diefstal in de woonzorginstellingen gebeurt meer dan je zou denken. Jammer genoeg heb ik het zelf moeten vaststellen in het woonzorgcentrum waar mijn bijna 103-jarige moeder sinds jaren verblijft. Deze ontdekking ging gepaard met veel emoties die bij mij opborrelden. Maar ook woede en machteloosheid bij het ontkennen van de diefstal door de directie.

Hier mijn verhaal.

Regelmatig ga ik er mijn hoogbejaarde moeder bezoeken. Als een prinses wordt ze er verzorgd en wordt voor haar gezorgd. Ze is al een enkele jaren dement. Maar nu is ze in de hoogste mate van haar dementie. Ze heeft nog heel weinig ‘goede’ dagen. Daarmee bedoel ik dat het contact met haar moeilijker verloopt en zwaar wordt, niet alleen voor haar, maar ook voor mij. Heel uitzonderlijk heeft ze een betere dag. Heel moeizaam, met veel geduld en met behulp van foto’s, herinnert zij zich dan nog slierten van het verleden. Bijna na elk bezoek kom ik met een bezwaard gemoed thuis.

Op maandag 15 januari ll. ben ik haar opnieuw gaan bezoeken in het woonzorgcentrum. In tegenstelling tot mijn vorige bezoeken bevond ze zich deze keer niet in de gezamenlijke leefruimte. “Ze is heel moe, uw mama ligt in haar bed” vertrouwde een verzorgende me toe. Ik stapte haar kamer binnen. Ik stond naast haar aan bed en kuste haar heel zachtjes op haar verweerde voorhoofd. Ze opende haar ogen en wees naar de muur rechtover haar bed. Haar oude vermoeide oogjes vielen weer dicht… De uitvergrote strandfoto dat was opgehangen aan die muur hing er niet meer. Deze was ingekaderd in een prachtig met de hand uitgewerkte houten kaderlijst. Deze 70 jaar oude strandfoto waarop mijn moeder mij en mijn intussen twee overleden broers in haar armen houdt heeft voor mij een grote emotionele waarde.

Met rasse schreden stapte ik mijn moeder haar kamer uit. Ik wendde mij tot het aanwezige personeel van de afdeling: “Weten jullie wat er gebeurd is met de mooie strandfoto die in de kamer van mijn moeder hing?”. Niemand kon mijn vraag beantwoorden. De afdelingsverantwoordelijke werd erbij gehaald. Ook zij kon mijn vraag niet beantwoorden. Over mijn toeren om zoveel ‘onwetendheid’ spoedde ik mij naar de directeur. Zoals meestal stond ook ditmaal de deur van zijn bureau open. “Goede namiddag meneer de directeur. Ik kom hier de verdwijning van een kader uit mijn moeder haar kamer melden.” “Ho ho meneer, wie ben jij? Waarover heb je het?” Alsof hij mij niet kende… Hij stond maar al te graag mee op de foto bij mijn moeder haar 100-jarige viering… “Wat wil je dat ik doe?” Verontwaardigd door die vraag “Uw verantwoordelijkheid opnemen, op onderzoek gaan!” antwoordde ik verbouwereerd. Hij: “Heb je een foto genomen die specifiek hing aan de muur in de kamer van uw moeder?” Ik: “Waarom zou ik godsnaam daarvan een foto genomen hebben? Denk jij waarlijk dat ik vooraf al dacht dat het ooit zou verdonkeremaand worden? Zo zit ik niet in elkaar!” antwoordde ik hem fulmineus. “Ik vind het verschrikkelijk dat de énige herinnering waarmee ik met haar nog een beetje contact over het verleden kon oproepen verdwenen is. Ze wees er zo dikwijls naar. Telkenmale vertelde ik haar wie op deze foto stond… wie deze mooie vrouw was… Op haar bijna 103de verjaardag werd nu ook dit haar ontnomen!” Hij opnieuw: “Misschien heeft een bewoner het uit haar kamer genomen!” “Een bewoner? Op deze gesloten afdeling bevinden zich enkel demente mensen. Hoe kan zo iemand een kader van minstens 3 kg van de muur halen? Daarvoor moet hij/zij de tafel met T.V. verplaatsen, een opgeklapte stoel – die bevestigd is aan de muur – afnemen en openen. Daar dan op staan en zijn/haar evenwicht kunnen bewaren (?) en het kader van de muur afhaken? Dàt zie ik niet gebeuren! Gij wel misschien?” gaf ik als repliek. “Misschien heeft een familielid deze kader meegenomen” wilde hij me sussen. “Neen, dat zéker niet! Ikzelf, mijn dochter en mijn broer bezoeken haar. Van geen enkel ander familielid krijgt ze bezoek.“ Wel ja, ik zal eens informeren” gaf hij voor antwoord. “Ik stap naar de politie om klacht neer te leggen!” Kreeg ik toch wel voor antwoord van hem: “U doet maar, je hebt geen enkel bewijs!”. “Meer zelfs, ik zal er ook de OCMW-voorzitter en de burgemeester van op de hoogte brengen” repliceerde ik. “Doe hen de groeten van mij” kreeg ik toch wel als antwoord van die arrogante man. Geschrokken van zoveel arrogantie en zelfverzekerdheid verliet ik met tranen in de ogen de plaats van discussie.

Hieronder de correspondentie vanaf dinsdag 16 januari ll. via mail met de directeur. Mijn bevestigingsmail na ons ‘gesprek’ van 16 januari ll. 10.58 uur (de dag na de vaststelling). In CC: Voorzitter Mintus.  Goede morgen heer J. Naar aanleiding van de grote verdwenen foto, die niet meer in mijn moeder haar kamer hangt, het volgende. Gisteren ontdekte ik de verdwijning van de foto die dateert van goed 70 jaar terug waarop ik en mijn twee overleden broers met ons moeder op staan. Ik heb er onmiddellijk de verantwoordelijke van de afdeling en uzelf ervan op de hoogte gebracht. Wekelijks kom ik mijn moeder bezoeken. Daarnaast komt ook mijn dochter K. haar geregeld bezoeken. Ook mijn broer H. Buiten ons drieën komt er niemand op bezoek! Als ik mijn oude moeder kom bezoeken is dat steeds rond 15.15 à 15.30 uur. Dan zit ze in de gemeenschappelijke ruimte en bezoek ik haar daar. Ofwel neem ik haar mee naar de cafetaria en dan ga ik uiteraard haar kamer niet binnen. Enkel wanneer ze een mindere dag heeft en ze dan in haar kamer te bed ligt bezoek ik haar dan daar. En het is toch al een drie- à viertal weken geleden dat ik haar in haar kamer opzocht. Gisteren lag zij opnieuw te bed in haar kamer en wees ze naar de muur waar de kader hing. Geschrokken ging ik op zoek waar het zou kunnen zijn. Nergens te vinden, niet in haar kamer en ook niet in de badkamer. Ook heb ik geen enkel glasscherfje gevonden moest het kader op de grond gevallen zijn. Ik weet dat mensen die dementeren en op een gesloten afdeling verblijven in hun dementie wel eens spullen uit een ander bewoner haar/zijn kamer meeneemt en het op een andere plaats zet of legt. Maar de lijst is zo groot en redelijk zwaar en hing daarenboven ook redelijk hoog waardoor ik vrijwel zeker ben dat het niet door een medebewoner kon weggenomen zijn. De strandfoto is een uniek stuk en ingekaderd in een met de hand uitgewerkte houten omlijsting die zeker 70 jaar oud is. Het heeft niet alleen een emotionele waarde maar ook een financiële waarde.  ° In bijlage kan je de kopie vinden, die ik zojuist van dezelfde foto nam, maar dan in kleiner formaat.  ° Deze fotokader was opgehangen aan de muur in mijn moeder haar kamer. ° De foto is ingekaderd in een prachtige, met de hand bewerkte, houten omlijsting. ° De foto bevindt zich achter glas. ° Formaat van de kader: ongeveer 70 op 50 cm. ° Weegt zeker 3 à 5 kg.  Ik reken op een grondig onderzoek en zoektocht zodat dit uniek familiestuk in de kortst mogelijke tijd terug gevonden wordt.  Mvg, Hugo De Bondt (zoon van Joanna Weymiëns).

Antwoord van de directeur op dinsdag 16 januari ll. 13.33 uur. In CC Voorzitter Mintus.  Beste heer De Bondt.  In tussentijd hebben wij de ganse afdeling afgezocht, maar niets gevonden. Ik heb deze morgen een mail gestuurd naar al het personeel met de vraag als hen de afgelopen weken daaromtrent iets is opgevallen, hopelijk geeft dit resultaat. Mag ik vragen om voor alle zekerheid bij alle familie navraag te doen als niemand deze kader heeft weggenomen?  Mvg, M. J.

Diezelfde dag nog een nieuwe mail om 15.00 uur. In CC: Voorzitter Mintus.  Beste heer De Bondt.  Ik heb in tussentijd diverse reacties gekregen (van het zorgpersoneel, schoonmaak, medewerkster linnenkamer) en die zijn éénsluidend. Het kader met de foto waar u het over hebt, heeft volgens hen nooit op de kamer gehangen. Tussen beide kleine foto’s in heeft altijd de foto van haar ouders gehangen. Een tijdje terug hebben ze die verplaatst en opgehangen achter het bed omdat zij angstig werd van die foto. Hiervan heb ik onderstaande rapportage terug gevonden in het zorgdossier: 26/03/2020, avond (19-21), algemene actie – opmerking, A. C.: na het in bed leggen, heeft mevr. opnieuw enkele malen gebeld waarbij zij verwoordde zich angstig te voelen. Bij navraag verwees ze steeds naar de foto van haar ouders die naar haar kijken. Mail gestuurd nr L. om het bewuste kader op een andere plek te hangen. Er hangt ook geen draad met haakje, wat normaal het geval zou moeten zijn als op die plaats een kader hangt, want ik veronderstel niet dat er iemand op een ladder zal kruipen om ook het draadje met haak te verwijderen. Tussen de 2 kleine foto’s in hangen nog 2 linnen draadjes waarop lange tijd alle kaartjes van gelukwensen (oproep voor haar 102de verjaardag) werden opgehangen, wat vreemd zou zijn als er op die plaats ook een kader had gehangen. Zoals u gevraagd hebt, heb ik een grondig onderzoek gevoerd. Uit de informatie waarover ik beschik, kan ik alleen afleiden dat er geen dergelijke kader op de kamer aanwezig was.  Mvg, M. J.  Wat de nota in het zorgdossier betreft: het is niet mogelijk wat er aangehaald wordt. Mijn toen 100-jarige moeder had de kracht niet meer om op de bel te drukken. De strandfoto heeft steeds op dezelfde plaats gehangen!

De volgende dag, 17 januari ll. 18.20 uur stuurde ik dan een laatste mail aan de directeur. In CC: Voorzitter Mintus en Burgemeester.  Geachte heer J., Ik ben zeer verontwaardigd en geschokt door uw mail. Samen met mijn dochter en mijn broer blijven wij er bij dat de vermelde foto uit haar kamer is gestolen! Wij zijn dus leugenaars? Waarom zou er gelogen worden? De bewuste fotokader, en ‘wij’ blijven er bij, hing nog aan de door mij vermelde muur. Uw antwoord geeft mij geen genoegdoening. Speelt hier meer? Er zijn verzorgenden die mij vroegen wie de kinderen op die foto waren. Er moet nu dus niet beweerd worden dat de foto nooit in haar kamer heeft gehangen. Die hing er nog begin/halverwege december toen ik mijn moeder die te bed lag in haar kamer bezocht. Morgen leg ik klacht neer bij de politie.  H. De Bondt.

De  volgende dag, donderdag 18 januari ll. nam ik contact op met de politie. En ja hoor: geen bewijzen geen klacht!

Een vriend las mijn post op FB i.v.m. de diefstal en nam onmiddellijk contact met me op. “Dag Hugo, die gestolen foto, we gaan dat oplossen voor je mama hé. We zoeken een mooi kader, ik zorg dat de digitale kopie van je op dezelfde grootte wordt afgemaakt en je hangt deze gewoon terug op dezelfde plaats in haar kamer. Het verlies is reëel en het is een verschrikkelijke rotstreek. Maar jouw mama zal dat gelukkig niet hoeven te voelen of te weten. … Werd gewoon gestolen omdat ze de kader aan een antiquair gaan verpatsen voor 50 euro of minder. De foto is zeker al lang weg, want dat was bezwarend bewijsmateriaal. Echt zo laag bij de grond. Stuur mij de beste digitale versie van die foto door. Ook aangeven hoe groot het origineel was.” … De volgende dag kreeg ik al nieuws van mijn vriend. “Gisteren in de kringloopwinkel een kader gekocht. Ik zal de zal de foto nu laten afmaken op 40 x 25,7 cm. Die foto (met digitaal een witte rand er rond) past perfect in de kader op die manier en is alzo mooi gevuld. De kopie van die foto die je mij doorstuurde is zoals goeie muziek. Zelfs met heel wat verlies van kwaliteit doorheen de jaren en door het te moeten reproduceren blijft het een prachtige foto. Zo goed dat je dat nog had. Stel je voor dat je enkel de visuele herinnering had die jouw mama kwijt is!”. Ik ben die vriend zo dankbaar.

Tot zover mijn relaas. Waarom ik deze ervaring deel? Ik wil niet dat jullie ook iets dergelijks zou meemaken. En neen hoor zowel van de voorzitter van Mintus als van de burgemeester heb ik tot heden een reactie gekregen. En dat verwacht ik eerlijk gezegd ook niet meer. Ofwel interesseert het hen niet ofwel is hun herverkiezing prioritair!

Ulrike heeft laatst zowat eenzelfde originele strandfoto in haar archief gevonden, maar dan wel van een paar jaren later (10 juni 1955). Zij heeft mij deze bezorgd, zodat ook deze herinnering een plaatsje krijgt op moeders kamer.   


Recente blogposts

Hugo in je mail

Ik schrijf me in voor:*

Loading