Filmnamiddagen ten huize

25 centiemen inkom

Ik was 10 jaar. Het nieuwe schooljaar was nog maar pas begonnen. Ons vake maakte graag (super)8 mm-filmpjes van ons gezin en de familie. Memorabele momenten legde hij zo vast voor het nageslacht. Maar helaas! Er is geen spoor meer te vinden van de camera, de projector en al die filmpjes. Net zoals die vele honderden foto’s van mijn voorouders. Heel jammer, want daardoor is heel wat van onze familiegeschiedenis verloren gegaan.

Hij liet de filmpjes ontwikkelen en bij afhaling bij de fotograaf (bij Foto De Blieck denk ik) kreeg hij er een (bijna gratis) filmpje bij van Laurel & Hardy, Charlie Chaplin of nog een andere komiek uit deze periode. Na verloop van tijd had hij zo heel wat filmpjes bij elkaar gespaard. Ontelbare keren bekeek ik, samen met mijn oudere en jongere broer, de lotgevallen van ‘den Dikken en den Dunnen’. Van toen af werd ik grote fan van dit duo.

Toen onze leeftijdsgenootjes dat hoorden drongen zij aan om bij ons thuis eens die knettergekke filmpjes te mogen bekijken. Ik vroeg aan ons vake om eens een zaterdagnamiddag een filmvertoning te mogen organiseren in de wachtzaal van zijn artsenpraktijk voor onze vriendjes, onze klasgenootjes en de buurtkinderen. 25 centiemen (drankje inbegrepen) zouden de bezoekertjes moeten betalen. De inkomgelden waren niet voor ons bestemd maar zouden aangewend worden voor de vele arme kinderen. Daar kon ons vake niet tegen zijn!

Wij – ik en mijn broers – hadden niks tekort. Wij waren er ons toen al heel goed van bewust dat wij in een warm en welgesteld nest waren geboren. We werden heel sociaal opgevoed. Vaak reden we mee met onze vader-huisarts op huisbezoek. Ontelbare keren werden wij geconfronteerd met ouders en hun kinderen die in armoede leefden en niks bezaten. Die in barakken, geïmproviseerde tenten en zelfs tussen het vee in de stallen leefden en sliepen. Die niet over de noodzakelijkste levensbehoeften beschikten. Wij vonden het dan ook vanzelfsprekend dat het inkomgeld naar die arme kinderen zou gaan. 

We schreven uitnodigingen die wij de volgende dagen uitdeelden onder onze vriendjes, klasgenootjes en de buurtkinderen. De inschrijvingen kwamen vlot binnen en alras werd de limiet van 30 toeschouwertjes bereikt. De dag van de filmvertoning bood zich aan. Samen met ons vake, onze dienstmeid Francine, mijn twee broers en ikzelf, toverden wij de wachtzaal om in een ware bioscoop. De stoelen werden in rijen geplaatst. De projector werd getest en het projectiescherm werd neergepoot. Flesjes drank werden aangebracht. De rolluiken werden neer gelaten en de gordijnen werden dicht getrokken. Mijn oudere broer werd aangewezen als operator. Ik en mijn jongere broer moesten voor de inkomsten en de dranken zorgen.

De voorstelling zou om 14 uur beginnen. Een half uur voordien gingen de deuren open. Iedereen betaalde probleemloos zijn inkomgeld. In een minimum van tijd liep de ‘filmzaal’ vol met enthousiaste kinderen. Twee stoelen bleven onbezet. Op het moment dat het licht zou gedoofd worden kwamen twee zusjes zich aanmelden. Ze hadden 10 centiemen meegekregen van hun moeder. Meer geld was er niet. Ik kende deze meisjes. Ze woonden op Sint-Pieters. Hun vader was overleden en hun moeder waste, strijkte en naaide om toch een inkomen te hebben. Ik duwde de meisjes hun centjes terug in hun handjes… ze mochten binnen zonder te betalen. Een lieve lach was hun dank.

Vake knikte instemmend naar mij. Hij doofde het licht en trok de deur achter zich toe. Wij moesten het zonder hem rooien. De projector begon te ratelen. Het gerozemoes verstomde… Het lachen en het gieren kon beginnen. We beseften heel goed dat de overgrote meerderheid van die kinderen nog nooit een film hadden gezien. Laat staan een bioscoop bezocht. En nu een filmvoorstelling in ‘het huus van meneer den dokteur’.

Na afloop van de filmvoorstelling stormden de kinderen de trappen af en renden onze griote tuin in. Maar wat een verrassing! Daar nodigden mooi gedekte tafels iedereen uit. Gedecoreerd met verschillende soorten suiker, honing en confituur. Iedereen ‘vloog’ aan tafel. Iedereen mocht zoveel ze wilden pannekoeken eten en chocomelk drinken. Hun buikje vol keerden alle kinderen terug naar huis. 

Na deze eerste geslaagde filmnamiddag volgden nog veel filmvoorstellingen bij ons thuis. En steeds werd de opbrengst gebruikt om minderbedeelden te helpen. Onze dienstmeid kocht met het inkomgeld (7 Belgische frank) wol. Tussen haar werk door breide zij truien, sjaals en kousen om de arme kinderen een warmere winter te bezorgen. Vake bezorgde haar breisels dan aan zijn meest behoeftige patiëntjes.  

Foto door James Frid


Recente blogposts

Hugo in je mail

Ik schrijf me in voor:*







Loading